Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [110]door zijn [111]kloekheid [112]zo zal hij de bedriegerij [113]doen gedijen [114]in zijn hand; en hij zal zich in zijn hart [115]verheffen; en [116]in stille rust zal hij er velen verderven, en zal staan [117]tegen den Vorst der vorsten, doch hij zal [118]zonder hand verbroken worden. 110. Of, na, of, vermits, of boven. 111. Het Hebreeuwse woord betekent verstand, of verstandigheid, vernuft, naarstigheid, gauwigheid en kloekbeleid. 112. Dat is, door zijne arglistigheid zal hij er velen bedriegen, te weten die van Azie, Syrie en Egypte, die hij met geschenken en gaven heeft aan de hand gekregen en gehouden. 113. Of, gelukken. 114. Of, onder zijne hand. 115. Hebreeuws, grootmaken. De zin is: Nadat hij vele grote zaken gelukkig en naar zijnen wens zal hebben uitgericht, zo zal zijn hart derhalve zich verhovaardigen. 116. Dat is, terwijl de mensen zonder enig achterdenken van kwaad zullen zijn, en menen dat alle dingen stil en wel zijn, zo zal hij daarop loeren en hij zal er velen onvoorziens overvallen. Anders: door gerustigheid, dat is, makende bedriegelijken vrede, om dezen en dien alzo te bedriegen. Zie 1 Mach.1:31. 117. Dat is, tegen den God Israels. Zie boven vs.11. 118. Maar door een verschrikkelijke krankheid, komende van God den Heere. Zie 1 Mach.6:8, enz., en 2 Mach.9:5, enz.